dinsdag 1 juni 2010


ZUIDWAARTS

Het vertrek

Als ik op 22 mei wakker word schijnt de zon volop. Echt een dag voor het strand. Nog even dit en dat en dan hup weg. Helaas, ‘dit en dat’ blijken zo omvangrijk te zijn dat ik mijn plannetjes al snel bijstel. Uiteindelijk laat ik Dalfsen om 12.30 uur achter me en rij rechtstreeks naar Gent.
Ook goed.


Eerste etappe: GENT

De Hertogstraat ligt in het Patershol, het middeleeuwse hart van Gent. Hier wacht mijn bed en ontbijt. De route er naar toe kronkelt zich door het centrum van de stad, een doolhof met nauwe straten, trambanen en eenrichtingsverkeer. Met één hand aan het stuur volg ik de GPS aanwijzingen op mijn iPhone. Er is veel te zien aan de huizen en den mensen. Linke soep, het leidt mijn aandacht af van het verkeer en de route. En ja hoor, verkeerd afgeslagen. Met drie keer linksaf lukt het de route op te pakken en kom ik op mijn bestemming aan. Spullen uit de auto, naar de P-garage en dan op zoek naar het terras waar M op mij wacht.

Er volgt een heerlijke middag en avond.
M zit heel relaxt achter een biertje op een zonnig terras te wachten. We drinken er samen nog eentje en praten bij over de laatste ontwikkeling van onze klus. Dan wandelen we naar mijn kamer en later naar haar logeeradres.
’s Avonds eten we ongeëvenaard lekker bij Jan van de Bon. We kijken, we proeven, we ruiken, we keuren en genieten. We willen Jan meenemen naar Nederland maar daar steekt zijn vrouw een stokje voor. Het lijkt er op dat mevrouw van den Bon onze grapjes wel kan waarderen. Maar helemaal zeker weet je dat natuurlijk nooit.
We wisselen veel met elkaar uit en zijn allebei beduusd als het ineens 00.30 uur blijkt te zijn. De avond is omgevlogen.

Op zondagochtend neem ik de tijd voor mezelf en voor Gent. Ik wandel van het ene pleintje naar het andere en verbaas me over het onmetelijke aantal omvangrijke terrassen in de stad. Het lijkt erop dat Gent leeft van de horeca. Het Middeleeuwse karakter en de mensen roepen associaties op met de schilderijen van Pieter Breughel. Op de, of het Kouter, een plein met een uitgebreide bloemen- en plantenmarkt, is er bijna geen doorkomen aan. Het geurt wel lekker naar bloemen en planten. Ik loop om het plein heen en ga op de muziek af. Vanuit een fraaie, met smeedwerk versierde muziekkoepel, brengt een kapel vrolijke deuntjes ten gehore. De mannen achter de pauken en de bekkens tellen geconcentreerd en zichtbaar mee om op het goede moment luid van hun deelname blijk te geven. Op de maat knikken ze elkaar toe alsof ze zeggen: “goed gedaan”.
Een eindje verder, op een hoek staat een ouderwetse kiosk waar je een portie oesters kunt kopen. De animo is groot, er staat een flinke rij geduld te oefenen. Ik sluit me aan. De zon schijnt lichtplekjes in de glazen met champagne. Het is 26C. Op een hoekje aan één van de statafels prik met mijn plastic vorkje de lekkernij uit de schelp. Wat een feest.

Later drinken M en ik samen koffie voordat zij afreist naar het noorden. Onze wegen gaan uit elkaar in de P-garage. We zwaaien nog wat. Ik blijf even staan en ervaar een gevoel van tijdloosheid en stilte. Alsof er alleen maar ‘nu’ is. Dan draai ik me om en terwijl ik de garage uitloop word ik me bewust dat ik op reis ben gegaan. Morgen vertrek ik opnieuw en zal ik opnieuw ergens aankomen.

Geen opmerkingen: