dinsdag 1 juni 2010


ZUIDWAARTS

Als je wilt struikelen doe dat dan in Rouen.

Tweede etappe: Chartres

Bijtijds rijd ik het doolhof Gent uit en via Brugge/Oostende/Duinkerken Frankrijk binnen. Ik stop ik op een “Aire” voor koffie en heb een prachtig uitzicht over groene heuvels. In de verte ontwaar ik de grijsblauwe zee. Cap Gris en Nez: het koolzaad bloeit letterlijk tegen de klippen op. Torenvalken staan stil, afgetekend tegen de lichte lucht. Er heerst hier grote rust.

Tijd en afstand tegen elkaar afwegend zie ik dat ik in Rouen kan lunchen. Dat klopt. Om twee uur zit ik op het terras van een brasserie en steek mijn vork in een salade. Ik schrik op door een gesmoorde kreet en zie een oudere meneer op de grond van het terras liggen, zo’n vijf meter bij me vandaan. Waarschijnlijk is de man tegen de bedieningskast aangelopen en heeft zijn hoofd daarbij bezeerd. De eigenaar van het etablissement is er met een paar snelle stappen bij en gaat naast hem op de grond zitten, grist een servet van het meubel en houdt dat voorzichtig tegen zijn hoofd dat hij op zijn dijbeen heeft gelegd.. Ondertussen verordonneert hij zijn personeel een stoel aan te dragen en met ijsklonten in een doek te komen. Hij helpt de man langzaam en voorzichtig overeind en blijft de wond deppen. Roept dat er een ambulance gebeld moet worden. Dan ontdekt hij de vrouw van de man die er ontdaan en trillend bijstaat en organiseert een tweede stoel. Dit alles gebeurt in luttele seconden. Het personeel reageert vliegensvlug. De eigenaar blijft de wond deppen met schone servetten en koestert de man liefderijk. Hij wijkt geen moment van zijn zijde en praat zachtjes met het echtpaar op een geruststellende toon. De ambulance is er snel. Voorzichtig helpt hij de man naar de wagen, zijn arm losjes om het middel geslagen. Dan pas zie ik de jaap. Net boven de wenkbrauw loopt een dikke rode snee. Uit ervaring weet ik dat het op die plek flink kan bloeden. Uiteindelijk valt het allemaal reuze mee. Met een grote pleister op zijn voorhoofd wandelt hij weg, arm in arm met zijn vrouw.

Chartres zie ik op afstand liggen, althans de kathedraal die als een grote moederkloek boven op een heuvel tegen de lucht afsteekt.. Die heuvel wordt ook voelbaar als ik ’s avonds op zoek ga naar een simpel hapje eten. Heuvel op, heuvel af. Mijn kuiten sturen bericht dat ze dit als ongewoon ervaren. Ze zullen er wel aan wennen. Na een flinke wandeling, heel gezond na een dag autorijden, vind ik een tafeltje vlak naast de kathedraal. Het is een machtige kerk met ongelijke torens die de stad domineert en als een enorme berg steen oprijst aan de overkant van het terras. Je zou je er nietig bij kunnen voelen..

Het eten is oké. Op de terugweg naar mijn hotel voel ik me ontspannen en lekker slaperig. In het donker weet ik mijn weg te vinden en het lukt me met een code de voordeur te openen.
Na mijn ruime en rijk gemeubileerde kamer in hartje Gent is mijn onderkomen in Hotel Marmotte op het industrieterrein het tegenovergestelde. Een piepklein kamertje met een tweepersoonsbed, waar dwars over heen een hoogslaper is neergezet. Het laat nauwelijks ruimte voor enige beweging. In de douche is bewegen eveneens af te raden om onnodig letsel te voorkomen. Niettemin slaap ik er als ….. een marmot.

Geen opmerkingen: