zondag 13 juni 2010




ZUIDWAARTS

Valencia viert het leven

Bijtijds loop ik op zondagochtend de stad in. Ik heb een plan gemaakt van wat ik wil zien. Het is nog rustig op straat en ik loop op mijn gemak van het ene plein naar het andere, terwijl ik ondertussen de mooie architectuur op me in laat werken. Op één van die pleinen ontdek ik een café met de naam cappuccino. Een prettige ontbijtplek met inderdaad echte cappuccino. Ondertussen komt het leven op straat op gang en melden de eerste muzikanten zich. Om me heen wordt smakelijk ontbeten. Ik hoor slechts Spaans. Dan komen er twee vrouwen op de fiets voorbij.
“Mam, we moeten hier naar rechts”.
“Weet je het zeker?”
“Ja, doe het nou maar”, en weg zijn ze.

Ik loop door naar het Museum de las Bellas Artes. Er hangen een paar werken van Sorolla die ik graag wil zien. Onderweg kom ik bij een plein waar een groepje vrouwen in traditionele Valenciaanse kleding een dansvoorstelling geeft. Naast de muziek die uit een audiotoren stroomt, begeleiden ze zichzelf met castagnetten. Ze zien er prachtig uit. Het publiek heeft terrasstoeltjes rondom aangeschoven en leeft applaudisserend en aanmoedigingen roepend mee.
Als je het museum binnengaat kom je direct in een grote ronde entreehal met een heel hoog koepelplafond dat donkerblauw geschilderd is. Ik waan me even op Zweinstein in de grote eetzaal. Eenmaal in de expositieruimten blijkt het een groot en ruim museum te zijn, waar veel te bekijken valt. Ik beperk me echter tot Sorolla. Er hangen ongeveer vijftien doeken van hem, waarvan de meesten nieuw voor me zijn. Leuk en aanvullend om te zien. Maar zijn mooiste en indrukwekkendste werk hangt in Madrid en New York.

Na het museum vind ik de entree tot de grote tuinen van Valencia. Die liggen in de bedding van de rivier de Turia.
Aan het eind van de vorige eeuw heeft het gemeentebestuur besloten om de rivier om te leggen en hem een nieuwe bedding te geven. Zo loopt het water nu ten zuiden van de stad naar zee. Wat overbleef was een brede, lege en verdiepte ruimte. Daarin is een enorm grote recreatieruimte ontstaan met parken, tennisbanen, voetbalvelden, fietspaden (met vooral buitenlanders op gehuurde fietsen) , kinderspeelplaatsen, marktjes en ….. het nieuwe Palacio del Musica en …… de Ciudad del Artes y Sciencias ontworpen en gebouwd door Calatrava. En zo is Valencia een stad geworden van grote avontuurlijke tegenstellingen in architectuur.
De totale ruimte is vele kilometers lang, waarvan ik er z’n vier te voet afleg. Een prestatie bij 32C, vaak in de volle zon. Maar het loont. Ik ervaar de dynamiek van de stad aan den lijve. Het bruist, mensen doen van alles met elkaar op de zondagochtend en middag. Met de hele familie picknicken en daarna siësta houden op het droge gras of alleen op een bankje languit met het boek wat je aan het lezen was op je buik opengevouwen, of onder je hoofd. Pootje baden in één van de waterpartijen of eindeloos wandelen, zoals ik.
Mijn doel, de creaties van Calatrava, ligt bijna aan het eind van de bedding, eigenlijk al vlak bij zee. Ik heb ze rond de eeuwwisseling in in aanbouw en deels net in gebruik gezien. Maar nu het af is, is het nog veel grootser en onbevattelijker dan toen. Dromerig mooi en buitenaards in de vorm. Ik maak er talloze foto’s. De vijf “gebouwen” zijn bijna te groot(s) om vast te leggen. Ik ben blij met het publiek waardoor de verhoudingen hier en daar in beeld te brengen zijn. Alles is wit met waterpartijen die blauw kleuren. De zon maakt het oogverblindend. De Ciudad is voor een groot deel opgebouwd uit stukjes keramiek, een gigantisch mozaïek in wit.

Volgezogen met beelden en voldaan loop ik terug naar het centrum. Dat is een flinke tippel. Ik bekijk de mooie Jugendstil en Art Deco gebouwen aan de Plaza Mayor en eet ik daarna een Japanse maaltijd bij restaurant Osaka.
Valencia, voor mij ben je een stad om me hartstochtelijk in onder te dompelen.

Geen opmerkingen: