zaterdag 11 juli 2009

NOORD tot NOORD OOST (9)



Het stormt in Riga. Iedere avond tussen zes en acht uur. Zware regenbuien met onweer geselen de stad. Voor mijn ramen scheren de meeuwen schreeuwend langs. Ik waan me in het noorden van Ierland, aan een baai in Donegal. Hetzelfde weer, hetzelfde geluid. Herinneringen aan Galway, Sligo en vooral Killybegs komen terug en een oud verlangen ontwaakt. Maar goed, ik ben nu in Riga. Ben ik daar eigenlijk wel? De stad en ik hebben het minder met elkaar. Ik krijg er moeilijk verbinding mee, blijf van een afstand waarnemen.

Elke ochtend word ik wakker met een blauwe hemel. Stralend weer. Uitnodigend om de oude stad in te lopen of door het park dat de oude van de nieuwe stad scheidt. Kijken, kijken, kijken. Er is zoveel te zien, zoveel details. Zoveel Art Deco, hier en daar opgeknapt en nog veel meer dat om renovatie vraagt. Houten huizen, verweerd, waarvan de verf loslaat en als omgekrulde franjes nog net vastzit. Het afgebladderde, de vlekkerige kleuren, de muren die daarmee hun geschiedenis prijsgeven, dat alles fascineert me. Ik maak er een aantal foto’s van en houd er daarna mee op. Hoe meer ik kijk, hoe meer ik zie en het is ondoenlijk om dat allemaal vast te leggen. Het lijkt er trouwens op dat elke onderhanden zijnde renovatie tot stilstand is gekomen. Ik zie nergens leven op de bouwsteigers.

In de stad zie ik veel winkels die leeg staan, met daarnaast zaken die namen dragen van Escada, Valentino, Emporio Armani, enzovoort. Suv’s van Lexus en BMW stoppen voor de deur. Het personeel doet de deur alvast open en stapt ter begroeting naar buiten. De klanten zijn ergens tussen de 20 en 30 jaar.
Even verderop zie ik een man een vuilcontainer doorzoeken. Het blijft niet bij dit ene beeld. Overal waar vuilcontainers staan vind ik sprokkelaars. Op toeristisch aantrekkelijke plekken zitten oudere vrouwen te bedelen. Met een plastic bekertje mompelen ze iets, voor mij, onverstaanbaars.
Een taxichauffeur vertrouwde mij toe dat er in Letland een heel verkeerd soort kapitalisme hoogtij viert. “The rich people have criminal money, madam”. In de straat om de hoek van mijn hotel zit het “arbeidsbureau”. Iedere ochtend staat er een rij mensen tot aan het eind van de straat. De werkeloosheid is opgelopen tot 15% en neemt nog steeds toe.

De oude stad is klein en heeft ontelbaar veel koffiehuizen, barretjes en eettentjes. Zelden zitten ze vol. Ik vind er voornamelijk toeristen. Het is een stad waar ik wat meer op mijn hoede ben en het contact met de bewoners afstandelijk blijft.
Riga, een stad waar de ontwikkeling is gestopt. Ik hoop dat het tijdelijk is, want ze is te mooi om definitief in verval te raken.

1 opmerking:

Arie Pool zei

Hallo Charry,

ik heb vanochtend even in de Google Maps opgezocht waar je nu bent. En waar je geweest bent. Krakow, Warschau, Vilnius, Riga. Als ik het goed zie wordt de volgende halte Talinn. Exotische namen in een andere wereld lijkt het wel.

Ik hoop voor je dat de regenbuien wat optrekken.

Arie