dinsdag 7 juli 2009

NOORD tot NOORD OOST (7)


Boemelend kom ik in Vilnius. Van smalspoor naar breedspoor. Van de hitte, via een enorm onweer in de koelte.
Het station is de eerste kennismaking. Het doet wat dorps aan en ontbeert alles wat aangenaam is voor de reiziger: een lift, een hellingbaan, een wachtruimte. De statige voorgevel doet anders vermoeden.
In mijn gidsje staat dat de inwoners van Litouwen overwegend Rooms Katholiek zijn. Dat is verifieerbaar waar. Vlak bij mijn hotel is de toegangspoort naar de oude stad. Bovenin die poort is een Maria kapel. Als ik onder de poort doorloop zie ik mensen op straat op hun knieën liggen, het hoofd geheven naar de kapel. Hun lippen prevelen een gebed. Anderen komen aanlopen en knielen ogenblikkelijk neer op de kinderkopjes. Gisteren, zondagochtend, was er bijna geen doorkomen aan. Mensen stonden in rijen te wachten om dichter bij de poort te komen.
Nog zo iets. Midden in de oude stad staat een enorme barokke kerk. Prachtig ziet hij er uit, als een suikertaart van een meester-patissier. Kerkelijke activiteiten vinden er niet meer plaats, maar wel concerten en andere bijeenkomsten. Gisteren was er rond het middaguur een orgelconcert met vrije inloop. En ook daar lieten mensen hun knieën op het rode marmer zakken om te bidden.

Behalve Rooms is Vilnius ook een schitterend stad. Met gemak te belopen, schoon, mooi geplaveid en veel leuke en kleine terrasjes. Architectonisch een feest om te zien. Naast veel westerse en dure modewinkels zijn er ook regionale producten te koop, zoals linnen en amber. Litouwse modeontwerpers gebruiken het linnen in allerlei soorten. Ik heb het gezien als zacht en doorschijnend materiaal, als mix met zijde, als heel soepel vallende stoffen verwerkt in modieuze kledingstukken. Ze zijn er, wat mij betreft, terecht trots op.

Vandaag is het een nationale feestdag: song day. Vanaf de kathedraal vertrokt een parade naar een vier kilometer verderop gelegen park waar het feest de hele avond zal doorgaan. Dat wilde ik wel zien. Op weg naar de kathedraal kwam ik heel veel vrouwen tegen, die in zeer uiteenlopende kostuums maar altijd met een gevlochten krans bloemen in het haar, op weg waren. De soorten kostuums werden allengs ontelbaar. De kransen bestaan vooral uit madeliefjes en allerlei andere wilde bloemen. Duizenden vrouwen. Er is in de omgeving van Vilnius vast geen madelief meer te vinden. Rondom de kathedraal vormden zich groepen en sloten ook mannen in kostuum zich aan. Ik heb de parade ergens langs de route gadegeslagen. Hij duurde van 13.30 uur tot 16.00 uur! Ik schat dat de helft van de inwoners van Vilnius er aan mee deed en dat de andere helft langs de kant stond te kijken en te applaudiseren. De optocht bestond uit een onnoemelijk aantal fanfares en andere drum- en blaasorkesten met daartussen groepen vrouwen die hand in hand allerlei vrolijke liedjes zongen. Het lijkt alsof heel veel Litouwers geschoold zijn in muziek, omdat het zuiver, gelijk en prachtig klonk. Ik vond het een bijzondere ervaring. Zoveel mensen die samen zingen brengt iets teweeg. Ik herinner me dat de Balten met zingen de overheersing van de Russen hebben doorbroken. Er was toen een lint van mensen van Tallinn tot Vilnius die elkaar vasthielden en allemaal tegelijk uren hebben gezongen. Ik kan me nu voorstellen hoeveel kracht dat geeft.

Geen opmerkingen: