KOEL
Sjonge, wat heb ik het warm. Het is middag en bloedheet in
Parijs. Met een zucht van verlichting heb ik een klapstoeltje gevonden in het
fietscompartiment van de sprinter naar Orléans. Ik heb al een flink eind afgelegd
van mijn tocht naar de Spaanse grens en ga lekker een paar uur uitrusten.
Het is stil en rustig in de trein totdat stemmen en
gestommel daar een eind aan maken. Drie vrouwen met een baby nestelen zich
naast mij en zetten de kinderwagen naast mijn fiets. De vrouwen laten een
verstolen blik over me dwalen, terwijl ze onderling doorgaan met hun gesprek in
een taal waarvan ik woord noch betekenis begrijp. De moeder, gekleed in een
luchtige zomerjurk, houdt haar donkergrijze haren bij elkaar met een minuscuul
shawltje. De twee dochters daarentegen dragen een gewaad tot op hun enkels, een
chador.
Mijn nieuwsgierigheid groeit. Wie zijn deze vrouwen, waar
komen ze vandaan? Er glijdt een tijdschrift op de vloer en verdwijnt half onder
mijn stoeltje. Dit is mijn kans. Ik geef het terug aan de moeder en ze bedankt
me met “merci”. We kijken elkaar aan en ik vraag of ze Engels spreekt. Nee
helaas, maar de jongste van het drietal geeft ook antwoord met een helder “Yes,
I do”. We raken aan de praat en ze blijken Tsjetsjeens te zijn. Ze vragen waar
ik naar toe ga. “Naar Spanje”. Dit
antwoord wekt verbazing. Dan zegt de moeder: “ik ben 54 jaar, hoe oud bent u?” Na
mijn antwoord wordt het stil.
Ik heb een vraag die door mijn warme hoofd spookt. Zo’n
chador ziet er zwaar en warm uit. Dat lijkt me benauwd met deze hitte. Hoe is
dat voor hen? vraag ik aan de zusjes. Ze schieten in de lach en de oudste
antwoord dat het juist heel koel is. “Echt?”. Het ontsnapt me, maakt mijn
twijfel hoorbaar. “Eronder heb ik bijna niets aan, mijn huid is juist heel
koel, bijna koud, want hij is heel wijd en de wind kan er makkelijk doorheen
waaien. Kom maar voelen”. De moeder sist, de jongste zegt: “we zijn vrouwen
onder elkaar”. Ik aarzel, kijk van de één naar de ander. Voelen? Waar dan? Dan
tilt ze haar kleding tot haar schouders op en staat daar, afgezien van een
slipje, bloot in het rijtuig. Ik ben perplex, zie een zachtroze huid en doe een
stap in haar richting. “Kom” zegt ze, pakt mijn hand en legt die op haar maag. Ik
doe mijn ogen dicht en voel hoe warm mijn hand is op haar koele huid. Ik word
mij ineens bewust van de intimiteit en de vertrouwelijkheid van de situatie. Dat
raakt me.
Als ze mijn hand loslaat en haar kleding in orde maakt zegt
ze: “Dat was koel hè?” Ik beaam het, dat was zeker koel. “Je moet het voelen om
het te weten”, besluit ze en knikt naar haar moeder.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten